De Toekomst van het Toekomstige

Geplaatst op 8 februari 2019

Over de ontwikkeling van sciencefiction en op de impasse waar zij in het hedendaagse op is gestuit

Dit essay is geschreven tijdens mijn Master Philosophy aan de Erasmus Universiteit voor het vak Politics, Art and Philosophy van Dr. Frank Maet, met als opdracht: een essay over het hedendaagse

Victoria Alexander beschrijft hoe de tijdsgeest van een bepaalde maatschappij weerspiegeld wordt in kunst, en hoe kunst een bepaalde tijdsgeest kan beïnvloeden (Alexander, 2003, p. 22). In de voorgaande essays heb ik deze thesis uitgewerkt aan de hand van een bepaalde ‘periode’ en een bepaalde film. In dit essay wil ik stellen dat de ontwikkeling van het moderne, naar het postmoderne en naar het hedendaagse, weerspiegeld wordt in de ontwikkeling van sciencefiction als genre.[1]Ik zal me voornamelijk focussen op sciencefictionfilms, maar soms is het noodzakelijk te verwijzen naar sciencefictionliteratuur. Hierbij is het belangrijk te vermelden dat ik me besef dat de zogenoemde ‘tijdperken’ van kunststromingen, niet zo strak en chronologisch op elkaar volgen als nu wordt weergegeven, en wellicht wel helemaal niet aangeduid mogen worden. Toch zal ik mij hier in dit essay schuldig aan maken. Ook lopen de sciencefictionperioden die ik denk te herkennen, niet altijd gelijk met de jaartallen van de stromingen, maar ik wil graag betogen dat dezelfde ontwikkeling van denkbeelden wordt doorgemaakt. 

De ontwikkelingen

Ik zal eerst uiteenzetten welke visies van ‘ontwikkeling’ ik hier aan houd. Ten eerste wil ik verwijzen naar Boris Groys. Hij beschrijft hoe het modernisme gericht is op het vormgeven van de toekomst, terwijl het postmoderne steeds historisch reflecteert op het moderne project. Vervolgens wordt in het hedendaagse het ‘hier en nu’ weerspiegelt (Groys, 2008).

 Ten tweede verwijs ik naar Walter Weyns. Weyns stelt dat het moderne utopisch was; gericht op het vormgeven van een betere toekomst. Het hedendaagse is volgens hem een onmiddellijke consumptie, en daarmee verwoesting, van tijd (Weyns, 2017). Er is geen tijd meer, er zijn enkel tijdsregimes. Tijdens het pre-moderne hield men de blik op het verleden gericht, wilde men leren van alles wat voorging. Daarentegen wilde men tijdens het moderne juist van dat verleden af, en de toekomst zelf vormgeven en verbeteren. Vandaag de dag is er slechts onmiddellijke tijdsbeleving. We hebben belang bij korte termijn bevrediging. Daarmee lijkt de tijd kapot te gaan, want het verleden en de toekomst lijken te verdwijnen (Weyns, 2017). 

 Ik zal per paragraaf mijn definities van de stromingen aanscherpen en het proberen te koppelen aan een bepaald gedeelte uit de sciencefictiongeschiedenis. Hiervoor zal ik verwijzen naar voorbeelden. 

Het moderne binnen Sciencefiction

Ik zal beginnen met te beschrijven welke definitie van sciencefiction ik volg. Isaac Asimov verstond onder sciencefiction een medium dat omgaat met de reactie van mensen op veranderingen in wetenschap en technologie (Greenberg, 1990), waarbij het verhaal niet per se over wetenschap hoeft te gaan, maar wel over een vooruitstrevend, baanbrekend idee, dan wel in de toekomst of in een alternatief verleden.

 Arthur C. Clarke stelde dat sciencefiction schetst wat zou kunnen gebeuren, terwijl we hopen dat die gebeurtenissen nooit plaats zullen vinden (Clarke, 2001). Het is een vraag naar ‘wat als…?’. Deze definities zal ik in dit essay aanhouden. Sciencefiction is een medium dat gebeurtenissen schetst in een voor ons onbekende, maar herkenbare, omgeving, waarvan we hopen dat die gebeurtenissen nooit zullen gebeuren. Deze gebeurtenissen behelzen een waarschuwing, die voortkomt uit zorgen om technologische ontwikkelingen en wetenschappelijke ontdekkingen in de hedendaagse maatschappij. 

  A Trip to the Moon (1902) is waarschijnlijk de eerste sciencefiction film. Deze film, geregisseerd door Georges Méliès, is geïnspireerd op de boeken van Jules Verne uit de 19eeeuw. Deze film beschrijft de  eerste reis naar de maan door wetenschappers. De reis naar de maan wordt afgebeeld als een spannend avontuur. Ook Verne gebruikte net uitgevonden, of nog niet uitgevonden, technieken om te schetsen wat voor een onontdekte werelden er op de mens lagen te wachten, zoals raketten. Technieken werden gezien als iets positiefs, een toevoeging aan de mensheid, waar mooie dingen mee verricht konden worden (Alkon, 1994). Hierin herken ik de hoop om de toekomst vorm te gaan geven, om de wereld te verbeteren, die ook door Groys wordt geschetst in het moderne. 

Filmstill uit A Trip to the Moon (1902): de raket komt in het oog van de maan terecht
Filmstill uit A Trip to the Moon (1902): één van de wonderbaarlijke verschijnselen die de wetenschappers tegenkomen op de maan

FEr was echter één opvallend sciencefiction verhaal tijdens de moderne periode, die niet positief was over de techniek en wetenschap. De roman Frankenstein, or the Modern Prometheus (1818), geschreven door Mary Shelley, waarschuwt voor het gevaar dat techniek teweeg brengt (Alkon, 1994). Het verhaal beschrijft de hubris van wetenschappers, die zo ver willen gaan in uitvindingen, dat de techniek de overhand gaat krijgen over de mens. Als we niet oppassen zal de techniek de mens controleren in plaats van andersom.

Het Postmoderne binnen Sciencefiction

Die vroege waarschuwing van Shelley werd pas begrepen na de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de jaren ‘50 brak de bloeiperiode van sciencefiction aan, ook wel de Golden Age of Sciencefiction genoemd. De films uit deze periode hadden echter een andere insteek (Roberts, 2005). De verhalen draaiden om de vragen wat technologie de mens aan zou kunnen doen, vroegen zich af of er een mogelijke Derde Wereldoorlog in opkomst was, en waarschuwden dientengevolge dat de mens de mogelijkheid behelsde zichzelf uit te roeien.

  Ook stond de angst voor het vreemde centraal. De Tweede Wereldoorlog gaf blijk aan het wantrouwen dat de mens had voor culturen die voor hem onbekend waren en sciencefictionfilms speelden daar op in. Zo werd in de film The Day the Earth Stood Still (1951)[2]afgebeeld hoe de mens vaak vijandig reageert op het vreemde. In deze film landt er een alien in een ruimteschip op aarde, die de mens vriendschappelijk is gestemd. Toch wordt de alien direct opgewacht met wapens en aangevallen. Deze film laat de kijker nadenken over zijn/haar eigen houding tegenover vreemdelingen; bejegenen we hen met wantrouwen, gewelddadig of verwelkomen we hen?

Opwachting van de alien in The Day the Earth Stood Still (1951)

OIn Planet of the Apes (1968)[3]stort George Taylor neer op een andere planeet. Deze planeet is overgenomen door apen; de mensen zijn hun slaven. Op het einde van de film stuit Taylor op het onder water gelopen Vrijheidsbeeld. Hij beseft zich dat hij op een toekomstige versie van de aarde is beland; de mens heeft de aarde door onbekende redenen ten onder laten gaan. In latere vervolgen wordt gespeculeerd dat de aarde ten onder is gegaan door een Derde Wereldoorlog, of door een mislukt wetenschappelijk experiment met apen. Taylor roept vol wanhoop: ‘You finally really did it. You maniacs! You blew it up!’, waarmee hij lijkt te refereren naar de mens die zijn eigen aarde naar de verdoemenis heeft geholpen. Deze film laat de mens nadenken over zijn hoogmoed in de wetenschap; zal onze nieuwsgierigheid uiteindelijk onze ondergang worden?

Taylor ontdekt het Vrijheidsbeeld en stort in wanhoop ter aarde in Planet of the Apes (1968)

TIn de film Blade Runner(1982)[4]zijn er replicants, artificiële mensklonen,ontwikkeld om klusjes uit te voeren waar de mens geen zin in heeft. Deze replicantszijn echter in elk opzicht superieur aan de mens en komen al snel in opstand. Deze film lijkt een moderne variant van Frankenstein,waar de mens de controle kwijtraakt door zijn eigen uitvindingen. De zorgen over de hubris van de mens worden hiermee uitgesproken; de mens wordt zo door zijn eigen trots verblind, dat hij niet meer weet waar hij de grens van wetenschappelijke uitvindingen moet leggen.

Filmstill uit Blade Runner (1982) waar een replicant zijn baas dood schiet

FIn Brazil (1985)[5]wordt gewaarschuwd voor overkapitalisatie. Er is een duidelijke kritiek op de bureaucratie. Er wordt bijna geen werk verricht op kantoren, door vele regels waar elke ambtenaar zich aan moet houden. Daardoor hebben de werknemers bijna geen vrije tijd en raken snel overspannen. Verder wordt er gehint naar plastische chirurgie; de moeder van hoofdpersoon Sam Lowry probeert er alles aan te doen om er jonger uit te zien. Plastisch chirurgie was rond 1985 net uitgevonden en nog niet zo populair als het nu is. Wellicht zat in deze film een waarschuwing verborgen voor deze ingreep.

Filmstill uit Brazil (1985): enorme drukte op kantoor
Filmstill uit Brazil (1985): Mrs. Lowry met haar plastisch chirurg

FVolgens Lyotard is het post-modernisme een herschrijving van het modernisme, waarin het project om de mensheid te bevrijden via technologie en wetenschap opnieuw doordacht wordt (Lyotard, 1991). Lyotard stelt dat het gevaarlijk is om te denken dat de mens zijn eigen toekomstproject kan gaan vormgeven. De mens kan vaak niet bepalen hoe de werkelijkheid eruit komt te zien. Als voorbeeld geeft Lyotard overkapitalisering. Alles is om marktwerking en consumptie gaan draaien, maar dit is niet meer te controleren door de mens. Het lijkt eerder de mens te controleren. 

 Deze waarschuwing lijkt overeen te komen met de waarschuwing die Shelley ons al eerder leek te geven en die terugkomt in de hierboven genoemde films. Lyotard’s kenmerken van het postmodernisme lijken dus terug te keren in de ‘gouden eeuw van de sciencefictionfilms’. Het lijkt alsof de mens verdwaald is in het vormgeven van zijn eigen toekomst en niet meer weet welke weg hij in moet slaan. Sciencefictionfilms lijken ons te tonen wat er kan gebeuren als we doorgaan met wat we doen, en waarschuwt ons voorzichtiger om te gaan met technologie, wetenschap en kapitalisme.

Contemporary Art: Hedendaagse Sciencefiction films

In de 21eeeuw is het sciencefiction filmgenre op een impasse gestuit. De technologische innovaties lijken sneller te ontstaan dan de verbeelding, waardoor het lastig is een nog futuristischere samenleving af te beelden dan die waarin we leven. Het is lastig om mensen nog te waarschuwen voor of te laten verwonderen door toekomstige uitvindingen; alles is er al. Daarom bestaan de sciencefiction films uit de 21eeeuw grotendeels uit verfilmingen van oude sciencefictionromans of re-makes van eerdere sciencefictionfilms. De besprokenPlanet of the Apes is bijvoorbeeld zowel verschenen in 2001 als 2011. 

 Groys beschrijft ‘hedendaagse kunst’ als een lege doos zonder inhoud: men weet niet hoe men het hedendaagse moet weergeven. Kunst heeft geen betekenis meer buiten zijn verschijning en daardoor kan het meerdere betekenissen hebben; iedereen schrijft zijn eigen betekenis eraan toe (Groys, 2008). 

 Nu is een sciencefictionfilm wel iets anders dan een kunstwerk dat we normaliter zouden aanduiden als hedendaags. Een film heeft een narratief, een verhaal, en lijkt dus wel degelijk een betekenis te bezitten. Ik ben echter van mening dat de huidige sciencefictionfilms geen betekenis meer bezitten in vergelijking met de oudere sciencefictionfilms. Dit doordat de films geen kritiek of hoopgeving meer behelzen; ze weerspiegelen slechts onze huidige samenleving. Alles waarvoor sciencefictionfilms ons hebben gewaarschuwd (plastische chirurgie, de overname van techniek etc.) is nu al in werking gezet. Daardoor lijken de films hun betekenis te verliezen, of op zijn minst wordt de boodschap niet meer makkelijk opgepikt door het publiek. 

 Groys beschreef dat hedendaagse kunst niet anders kan dan het hier en nu presenteren. Daarnaast stelt Perniola dat de mens zichzelf steeds meer als ding gaat zien en steeds meer een ding wordt (Perniola, 2004). Voor dit gegeven werd al gewaarschuwd in Brazil(1985), maar hedendaagse sciencefiction films weerspiegelen dit ook. 

  In Doctor Who (2005)[6]komen cybermen voor. Dit zijn mensen die beter wilden presteren op zakelijk gebied en zichzelf daarom omgebouwd hebben tot computers die in directe verbinding staan met het world wide web. Inmiddels zijn de mogelijkheden van internet zo ver toegenomen, dat we nu werkelijk elk moment van de dag in verbinding staan met het world wide web. Functioneren binnen de samenleving zonder internet wordt bijna onmogelijk.

Cybermen uit Doctor Who (2005): de omlijsting van het hoofd fungeert als antenne, binnen dit harnas zit een mens

 In de film Never Let me Go (2010)[7]wordt een alternatieve geschiedenis afgebeeld waar alle medische problemen zijn opgelost door menselijke klonen te produceren om te fungeren als orgaandonoren tot zij sterven. In de scène waarin Ruth haar tweede, en laatste, orgaandonatie geeft, ziet men hoe zij tijdens deze operatie sterft. De artsen verblikken of verblozen niet, zij zijn slechts gebaat bij het waarborgen van haar lever en de zorg voor hun apparatuur. Ruth blijft achter op de operatietafel zonder toegedekt te worden; ze wordt achtergelaten als een opgebruikte brandstof. Ook deze film is erg actueel. Vraagstukken als overkapitalisering, orgaandonatie en menselijke klonen voeren inmiddels hoogtij.

Filmstill uit Never Let me Go (2010): Ruth is opgebruikt en wordt achtergelaten

   In één van de meest recente sciencefictionfilms, The Circle (2017)[8], wordt een bedrijf afgebeeld die alles in handen heeft via een app; ziektekosten, ID-bewijs, internetbankieren, sociale media zijn allemaal opgenomen in dezelfde app. De werknemers zelf worden beoordeeld op hun sociale vaardigheden. Deze vaardigheden bestaan uit participatie binnen de app door te posten wat men elke dag doet en het invullen van polls. Daarnaast moeten werknemers de hele dag vloggen waar zij mee bezig zijn. De medewerkers zelf lijken onderdeel te worden van de applicatie en verliezen daarmee de echte wereld uit het oog. 

Filmstills uit The Circle (2017): Mae West moet haar sociale vaardigheden bewijzen door de hele dag door vragen te beantwoorden via sociale media en te vloggen vanaf het moment dat ze wakker wordt

In deze voorbeelden ziet men hoe de mens zichzelf als voorwerp begint te gedragen, maar ook hoe de mens gebruikt/misbruikt kan worden als voorwerp. Maar niet alleen de mens wordt verdinglijkt. Ook het ding wordt vermenselijkt. Benjamin heeft het over ‘the sexappeal of the inorganic’ (Perniola, 2004). Ook dit komt terug in hedendaagse sciencefictionfilms. Zo kunnen bezoekers van Westworld (2016)[9]  hun seksuele fantasieën uitleven met robots en heeft K uit Blade Runner 2049 (2017)[10]een relatie met een hologram. 

Filmstill van robotprostituees uit Westworld (2016)
K met zijn geliefde Joi, die een hologram uit een applicatie is in Blade Runner 2049 (2017)    

               

Conclusie: Hoe nu verder?

Ik hoop in dit essay geschetst te hebben dat als er een mogelijke ontwikkeling is van modern naar hedendaags, deze terug te zien is in sciencefictionfilms. De vermeende denkbeelden die weerspiegeld worden in beide ontwikkelingen lijken overeen te komen. Zoals ik al eerder heb gezegd dient hier wel de kanttekening gemaakt te worden dat de perioden niet zo chronologisch op elkaar volgen als wordt voorgesteld en dat de jaartallen van beide ontwikkelingen soms ook door elkaar lopen. Maar als er één kunstvorm is waarbij het toepasselijk is om met tijd te spelen, dan is het wel sciencefiction. 

 Stel dat er inderdaad een gelijkenis is tussen deze twee ontwikkelingen. Dan zouden de hedendaagse sciencefictionfilms het hier en nu moeten weerspiegelen; betekent dat dan dat wij zelf middenin een sciencefiction film zitten? Wat moeten wij nu dan doen, is ons eigen einde nog te redden? 

 Ik denk dat de mens zichzelf teveel verloren heeft in zijn hubris en zijn drang naar controle. De mens is zijn plaats kwijtgeraakt in de wereld, doordat hij zichzelf niet langer afvraagt wat zijn plaats zou moeten zijn. De mens lijkt te vergeten betekenis aan zijn bestaan te geven. Ik denk daarom dat we een combinatie van het moderne en het post-moderne moeten nastreven. Enerzijds, moeten we onze eigen toekomst gaan vormgeven, in de zin van betekenis aan ons leven geven. We moeten weer hoop hebben op een beter toekomst. Anderzijds, moeten we niet de toekomst willen controleren. We moeten grenzen zetten aan welke technologische ontwikkelingen wel en niet bijdragen aan een betere toekomst. Weber beschrijft de ‘onttovering’ van het wereldbeeld (Weber, 2012). Heidegger stelt dat we natuur en voorwerpen niet langer moeten onderwerpen aan onze wil. Dat zorgt er alleen voor dat we uitgeput raken en onszelf niet langer in onze creaties herkennen (Heidegger, 1973). We moeten alles gewoon laten zijn en laten gebeuren. We moeten sciencefictionfilms weer als waarschuwing zien in plaats van inspiratie. 

We moeten niet alle geheimen van het universum willen achterhalen, maar leren stil te staan en te genieten van de mysteries die de wereld ons te bieden heeft. Dit betekent echter niet dat we geen betekenis mogen toeschrijven aan de zaken die wij waarnemen. Wellicht zijn de betekenissen die wij zelf toeschrijven aan zaken en waarover we met elkaar in gesprek gaan, juist hetgeen wat onze wereld betovert. Op die manier kan kunst, en daarmee sciencefiction, ons weer verbazen en verwonderen, zonder dat we onszelf en de kunstwereld vernietigen. 

Literatuurlijst:

  • Alexander, V. D. (2003), Sociology of the Arts: Exploring Fine and Popular Forms, Blackwell Publishing
  • Alkon, P. K. (1994), Science Fiction before 1900: Imagination Discovers Technology, London: Routhledge
  • Clarke, A. C. (2001), The Collected Stories of Arthur C. CLarke, Orion Publishing Co
  • Greenberg, M., Asimov, I. (1990),  Cosmic Critiques: How and Why Ten Science Fiction Stories Work, Writers Digest Books
  • Groys, B. (2008), ‘The Topology of Contemporary Art’ in: Smith, T., O. Enwezor, N. Condee (eds.),Antinomies of Art and Culture: Modernity, Postmodernity and Contemporaneity, Durham and London: Duke University Press
  • Heidegger, M. (1973), De Techniek en de Ommekeer, Lannoo Telt Utrecht
  • Lyotard, J. (1991), The Inhuman: Reflections on Time,Polity Press
  • Perniola, M. (2004), The Sex Appeal of the Inorganic: Philosophies of Desire in the Modern World, London and New York: Continuum
  • Roberts, A. (2005), The History of Science Fiction, Palgrave Histories of Literature
  • Weber, M. (2012),Wetenschap als Beroep (ed. Hans Driessen), Vantilt
  • Weyns, W. (2017), ‘Kan tijd kapot?’,  beschikbaar op http://hdl.handle.net/10067/1478190151162165141

[1]Er zijn veel verschillende meningen over de definities van zowel de kunststromingen modernisme, postmodernisme en hedendaags, als zowel ‘science fiction’. Wegens ruimtegebrek in dit essay zal ik alleen de definities opnemen die mijn thesis ondersteunen. Dit betekent echter niet dat ik de andere visies afwijs of niet waardeer. Het was noodzakelijk een selectie te maken. Ik ben me er dus van bewust dat mijn betoog gevolg is van een subjectieve selectie. 

[2]Geregisseerd door Robert Wise

[3]Geregisseerd door Franklin J. Schaffner, gebaseerd op het boek van Pierre Boulle

[4]Geregisseerd door Ridley Scott en gebaseerd op het boek Do Androids dream of Electric Sheep?van Philip K. Dick

[5]Geregisseerd door Terry Gilliam

[6]In de oude afleveringen van Doctor Who uit 1965 komen ook al Cybermenvoor.

[7]Geregisseerd door Mark Romanek en gebaseerd op het gelijknamige boek van Kazuo Ishiguro

[8]Geregisseerd door James Ponsoldt, gebaseerd op het gelijknamige boek van Dave Eggers

[9]TV-serie uit 2016, re-make van de gelijknamige film van Michael Crichton uit 1973

[10]Geregisseerd door Denis Villeneuve


No Replies op "De Toekomst van het Toekomstige"