Replicants als het Sublieme: Verdwaald tot in het Ultieme

Geplaatst op 8 februari 2019

Dit essay is geschreven tijdens mijn Master Philosophy aan de Erasmus Universiteit Rotterdam voor het vak Politics, Art and Philosophy van Dr. Frank Moet met als opdracht: een essay over het postmodernisme

In mijn vorige essay over ‘modernisme’, beschreef ik dat dé waarheid weg viel en dat er ruimte begon te ontstaan om individuele waarheden te ontwerpen. Ik bracht dat toen als iets positiefs. In een tijd van wereldoorlogen, was het een fijn vooruitzicht dat de mens zijn toekomst opnieuw kon vormgeven en daar zelf de vrije hand in had. De toekomst kon door een ieder individu zelf geschreven worden. Ik beschreef hoe in de film The Cabinet of Dr. Caligari werd weerspiegeld hoe de autoriteiten een gevaar konden vormen en hoe belangrijk het was een eigen kijk op de wereld te ontwikkelen. Ik besprak aan de hand van een artikel van Victoria Alexander hoe de tijdsgeest en de kunstwerken van eenzelfde tijd elkaar weerspiegelen en elkaar kunnen beïnvloeden. 

 In dit essay wil ik doorwerken op die thesis van Alexander en doorwerken op het wegvallen van dé waarheid. Het postmodernisme lijkt gekleurd te worden door perspectivisme en relativisme, alleen al door het feit dat postmodernisme als definitie door tal van verschillende visies wordt ingevuld. Dit keer zal ik echter minder positief zijn over dit perspectivisme. In de context van het postmoderne geeft me het een gevoel van verlorenheid, een gevoel van wanhoop. Kunst raakt zijn plaats kwijt en de mens kent zijn plaats in de wereld niet meer. Waar de mens eerst vol openheid zijn eigen toekomst kon gaan vormgeven en duiden, is de mens tijdens het postmoderne tijdperk de controle kwijtgeraakt over alle technologische ontwikkelingen die de toekomst zouden moeten vergemakkelijken. Een kunstwerk die dit volgens mij perfect weerspiegelt is de film Blade Runner (1982)van Ridley Scott. 

 Ik hoop in dit essay de verbintenis aan te tonen tussen de mens die de rol van kunst bevraagt en de kunst, in dit geval de film Blade Runner, die de rol van de mens bevraagt in een postmoderne wereld. Ik hoop te kunnen concluderen dat de film Blade Runner een uiting van het sublieme is, in de zin van Lyotard, en een poging behelst het niet-presenteerbare, dat wat ontsnapt aan ons representatievermogen,  te presenteren. 

Het postmodernistische aan Blade Runner 

De basiskenmerken van ‘het postmodernisme’ die we hebben besproken in college zijn het zijn van een hybride medium, het bekritiseren van originaliteit, het mengen van leven en kunst en het weerspiegelen van identiteitspolitiek. Volgens mij komen al deze kenmerken terug in de film Blade Runner. 

Ten eerste is het lastig te bepalen onder welk genre deze film valt. Het presenteert zich als een sciencefiction film, wat iets vooruitstrevends behelst in de filmwereld, maar tegelijkertijd verwijst het steeds terug naar de film noirfilms. Het verhaal is namelijk een klassiek detectiveverhaal. Rick Deckard, de Blade Runner van de titel, moet Replicants (kunstmatige mensen) zien te onderscheiden van ‘echte’ mensen en hen uitschakelen. De Replicants waren bedoeld om werk te doen waar ‘gewone’ mensen niet toe in staat zijn, maar vormen nu een bedreiging voor de mensheid, daar ze de mens steeds meer overstijgen. Ze moeten daarom door Blade Runners ‘gepensioneerd’ worden. DeReplicants zijn in ieder opzicht superieur aan mensen, op hun empathisch vermogen na. 

 Men ziet dat het verhaal al snel ingewikkelde sciencefiction vormen aanneemt, maar de kern van het verhaal gaat eigenlijk over een detective (Deckard) die een crimineel moet opsporen (de Nexus 6 edities van de Replicants) en ondertussen verliefd wordt op een vrouw waar hij niet verliefd op zou moeten worden (Rachael). Rachael is ook een Replicant, maar is zichzelf daar niet van bewust. Dit verhaal komt erg overeen met de klassieke film noir detectiveverhalen, om nog maar te zwijgen over de stilistische keuzes  die Scott heeft gemaakt. Ze verwijzen continu naar scenes uit het film noirgenre. Eén van de vormgevers van Blade Runner zegt dat de verhaal een klassiek detectiveverhaal is, maar dat de omstandigheden van het verhaal (de omgeving, de tijd, de technologische ontwikkelingen) de film zo origineel en betekenisvol maken (Shay, 2000, p. 71). Het lijkt alsof in dit kunstwerk het letterlijke ‘kader’ de betekenis creëert. 

De bekende achtervolgingsscène op de trap, boven in film noir, onder in Blade Runner
Zowel Scott (onder), als de traditionele film noir makers (boven) spelen met schaduwen
Deze frames van vrouwen die iemand neerschieten in de regen is zeer gelijkend (let ook op de geparkeerde auto rechts die net buiten het frame valt)

 Matthew Flisfeder beschrijft hoe postmodernisme de onderscheidingen tussen essentie en verschijning, diepte en oppervlakte, authenticiteit en in-authenticiteit en high and low art  aan de kaak stelt (Flisfeder, 2017, p. 22). De terugverwijzing naar traditionele detectivefilms bekritiseert dan ook enigszins de originaliteit van deze film. Maar er zitten nog meer elementen in deze film die dat doen. Zo is het hele decor van de film verwarrend. De film speelt zich af in het L.A. van 2019, maar de stad is overgenomen door Azië. Mogelijkerwijs komt dit ook door de aandacht voor niet-Europese culturen die opkwam in de postmoderne tijd. Men ziet op de straten van de filmset overal vermengingen van culturen en het voor ons bekende L.A. is niet te herkennen. Ook wordt er een mengelmoes gemaakt van architectonische stijlen. Er wordt continu verwezen naar zowel het verleden als de toekomst; futuristische voertuigen en wolkenkrabbers vallen in het niet bij de grote Egyptische piramides die elk shot terroriseren. Het historische karakter lijkt verloren te gaan, omdat allerlei culturen zich met elkaar vermengen (Jameson, 1983, p. 125). Dat wat architectuur op een bepaalde plek of in een bepaalde tijd uniek maakt lijkt verloren te zijn gegaan binnen het postmodernisme (Bruno, 1990, p. 66).

Boven en onder: De continue verwijzingen naar de Aziatische wereld
Zie hier de piramides in het centrum van het shot (de piramides vormen de basis waar de ontwerper van de Replicants, Tyrell, zich huisvest)

 De vraag naar originaliteit wordt ook gesteld door het onzichtbare onderscheid tussen Replicants en mensen. Vooral omdat de crux van de film eruit bestaat dat Replicants wel degelijk emoties tonen en zich bijna menselijker gedragen dan mensen. Hier schuilen ook de onderscheidingen tussen ‘zijn en lijken’ en ‘diepte en oppervlakte’ in. Dit element van de film houdt verband met de kenmerken ‘het mengen van leven en kunst’ en de ‘identiteitspolitiek’. Daarom zal ik me met deze kenmerken de rest van mijn essay bezighouden. 

Dwalingen van de mens

Er heerst een radicaal perspectivisme binnen de postmoderne tijd, wat er voor zorgt dat de vraag naar kunst opnieuw wordt gesteld. Als er geen waarheidscritera meer zijn, hoe kan dan bestempeld worden wat ‘goede’ kunst is? Men kan dan bijna alles kunst noemen. 

 Daarnaast zorgt het perspectivisme er voor dat er geen vaste betekenis meer in het kunstwerk gevonden kan worden. De betekenis van het kunstwerk wordt bepaald door de context (Krauss, 2004, p. 42). Foucault beweert dat het denkkader van een bepaalde tijd de betekenis steeds een nieuwe invulling kan geven. Danto noemt de kunst dan ook een vorm van filosofie (Maet, 2013). Alles kan kunst zijn, zolang het maar aanzet tot nadenken. Kunst is onderzoek naar wat de rol van kunst nu precies is. 

 Blade Runner opent een extra dimensie van deze vraag: wat is de mens en wat is de rol van de mens? Doorheen de hele film ziet men verloren mensen: de straten zijn vuil en onveilig, er is veel werkloosheid en armoede en veel mensen leven van criminaliteit. De mens lijkt zijn toekomst kwijt te zijn geraakt. De donkere kant van technologische ontwikkelingen wordt tentoongesteld: vervuiling, afbrokkeling, overconsumptie (Bruno, 1990, p. 61). Het lijkt een intrinsieke kritiek op de globalisering en technologisering van de consumptiemaatschappij (Jameson, 1983, p. 125). Daarnaast zijn de ‘succesvolle’ mensen met werk de nepmensen: de Replicants. Zij zijn in alles superieur aan mensen. De nieuwe Nexus 6 modellen (die Deckard moet opsporen) hebben zelfs emoties en empathische vermogens. Dit is een letterlijk teken dat de technologische ontwikkelingen de mens hebben overgenomen. Deze mensachtige kunstwerken laten ons bevragen wat de essentie van de mens is: wat maakt een mens menselijk? Wat is niet kopieerbaar? Is de mens wel nodig op de wereld of zijn we vervangbaar door artificiële wezens die ons gelijken?

 Dit is exact wat ook de vraag naar authenticiteit behelst in Blade Runner.Wat is echt als het kopie beter is dan het origineel? (Rose, 2017). ‘More human than human’, zo worden de Replicantsin Blade Runner beschreven. 

 Het enige waar het aan ontbreekt bijReplicants is een ‘geschiedenis’. Ze hebben geen verleden, ze zijn nooit jong geweest. Daarnaast hebben ze geen toekomst. Ze hebben maar vijf jaar te leven en voor die tijd worden ze hoogstwaarschijnlijk al ‘gepensioneerd’. Ze hebben echter wel herinneringen, die geïmplementeerd zijn door Tyrell, de fabrikant. Door die valse ‘herinneringen’ voelen ze emoties en zijn ze constant op zoek naar hun oorsprong (Bruno, 1990, p. 61). Tijdens deze zoektocht komen ze erachter dat ze zelfs als ‘voorwerp’ geen duidelijke oorsprong hebben. Elk onderdeel is ergens anders gefabriceerd. 

 Louis Althusser beschrijft hoe het subject een product is van de heersende ideologie. De ideologie interpelleert individuen als subjecten, waarna de subjecten zich identificeren met die versie van de waarheid. De ideologie vormt zo een denkbeeldige, geconstrueerde, relatie van het subject met zijn omstandigheden (Flisfeder, 2017, p. 13). Zodoende kan deze relatie ook makkelijk gedeconstrueerd worden. Dit noemt Althusser ‘de dood van het subject’. Het individu is slachtoffer van een kunstmatige formatie binnen een rol die toegeschreven wordt door macht (Flisfeder, 2017, p. 13). 

 Dit is precies wat de Replicants overkomt. Door de herinneringsimplantatie identificeren zij zich met een geschiedenis en een persoon dat hun machthebber, Tyrell, voor hen heeft uitgekozen. En zo bepaalt hij hun verdere levensloop. Rachel kan zich haar moeder herinneren en haalt daar veel hoop uit. Wanneer Deckard haar vertelt dat zij een Replicantis, wuift zij dit weg door te stellen dat ze zich haar moeder kan herinneren.  Ze komt in een identiteitscrisis terecht wanneer Deckard bewijst dat dit eigenlijk de herinneringen zijn van de nicht van Tyrell. Rachel raakt in één klap haar identiteit, verleden en toekomst kwijt. 

 In Blade Runner wordt dus het postmoderne idee weerspiegeld dat identiteiten een manier van representatie zijn. Onze identiteit wordt gevormd door onze omgeving. Net als bij een kunstwerk. In de film roepen de kunstwerken, de Replicants, deze vraag op bij de mensen, net als dat de film zelf als kunstwerk deze vraag bij ons kan oproepen. Het enge alleen is dat de film geen duidelijk antwoord op deze vraag geeft en het niet eens zeker is dat de film deze vraagstelt. De film is namelijk op een hoop verschillende manieren te duiden.

Het sublieme aan Blade Runner

Er is nog een derde dimensie van de identiteitscrisis: de identiteit van de film zelf. Zoals eerder besproken is het filmgenre moeilijk te bepalen. Maar ook de mix van lowen high artis verwarrend. De film is zelf onderdeel van de populaire cultuur: films maken bij uitstek onderdeel uit van de consumptiecultuur (Flisfeder, 2017, p. 155). Toch presenteert het zich als een high art kunstvorm door zijn diepzinnigheid en gave om mensen zich af te laten vragen waar deze film nu eigenlijk over gaat en wat deze film betekent. Vooral omdat het nooit zeker is over welke ‘Blade Runner’ we het nu eigenlijk hebben. De film heeft namelijk zeven verschillende versies.[1]Er is geen authentieke versie van Blade Runner: nooit is benoemd wat de originele versie is. En elke versie neemt een tal van verschillende interpretaties met zich mee (Begley 2004, p.1). Zo is er een versie waar gesuggereerd wordt dat Deckard zelf een Replicant is. Op deze manier krijgt het individu het nog moeilijker het kunstwerk te kunnen interpreteren. 

 Kan dit Lyotard’s ‘sublieme’ weerspiegelen? Een ervaring die het verstand te boven gaat en niet te begrijpen is? Lyotard beschrijft dat de ervaring van het sublieme naar boven komt bij een waarnemingservaring die niet te vatten is. De geest maakt vele associaties bij de waarneming zonder dat het verstand er een betekenis aan kan koppelen (Lyotard, 1986, p. 587). Maar deze tweestrijd zal ons niet verscheuren en dat is iets positiefs. Lyotard bedoelt hiermee vooral abstracte kunst en minimal art; iets wat echt geen vaste betekenis heeft. Maar ik denk dat de film Blade Runner abstract genoeg is om het sublieme bij ons op te kunnen roepen. Ik heb geprobeerd te verdedigen dat de film vragen oproept. Onder andere over ons toekomstbeeld: moeten wij wel doorgaan met deze kapitalistische consumptiemaatschappij en de technologische ‘innovaties’? Dit is één weerspiegeling van Lyotard’s sublieme: overkapitalisering         is niet te controleren. Het toekomstproject van de mens kan gevaarlijk zijn om vorm te geven.

Maar een belangrijkere kwestie is de identiteitscrisis van de mens. Wat is de essentie van de mens? Wat maakt ons tot mens en wat maakt ons tot individu? Wat is onze rol in de wereld? Deze antwoorden zijn niet te presenteren, maar het on-presenteerbare en onverstaanbare van deze kwestie wordt wel bij ons opgeroepen.

 Anderzijds wordt het sublieme op nog een ander identiteitsniveau weerspiegeld, namelijk: wat is de film Blade Runner? Over welke versie hebben we het en wat is de originele versie? Is er wel een originele versie? 

Ik hoop in dit essay een fractie van de vele facetten van Blade Runner getoond te hebben en mijn interpretatie hebben kunnen geven van de mogelijke vragen waar Blade Runner ons mee laat worstelen. Ik wil stellen dat Blade Runner een kunstwerk is wat volgens Lyotard het onverstaanbare in de verstaanbaarheid heeft gebracht. Ik hoop dat Blade Runner ons nog lang laat verstaan dat we nooit alles zullen verstaan. Maar laten we vooral niet opgeven een poging te doen onze rol in dit leven te duiden. We kunnen de tweestrijd die deze vragen bij ons oproept namelijk aan. En misschien is dat wel wat ons onderscheidt van de Replicants…

Bibliografie:

  • Begley, V. (2004), ‘Blade Runner and the Postmodernism: A Reconsideration’, Literature/Film Quarterly, 32 (3)
  • Flisfeder, M. (2017), Postmodern Theory and Blade Runner, Bloomsbury Academic
  • Bruno, G. (1990), ‘Ramble City: Postmodernism and Blade Runner’ in: Kuhn, A. (1990)Alien Zone: Cultural Theory and Contemporary Science Fiction Cinema, New York: Verso
  • Jameson, F. (1983) ‘Postmodernism and the Consumer Society’ in: Foster, H. (1983), The Anti-Aesthetic: Essays on Postmodern Culture, Washington: Bay Press
  • Krauss , R. et al (2004), Art Since 1900, Thames and Hudson
  • Lyotard, J. (1984), ‘The Sublime and the Avant Garde’ in: Cazeaux, C. (2001), The Continental Aesthetics Reader Second Edition, London and New York: Routhledge
  • Maet, F. (2013), ‘About the Destruction, Continuation and Transformation of Art’, CLCWeb: Comparative Literature and Culture 15 (3)
  • Rose, S. (2017), ‘ ‘I’ve seen things you people wouldn’t believe’: What Blade Runner 2049’s dystopia tells us about 2017’, The Guardian 6-10-2017
  • Sammon, P. M. (1996), Future Noir: The Making of Blade Runner, Dey Street Books
  • Shay, D. (2000), Blade Runner: The Inside Story, Cinefex Titan Books

[1]In 1982 zijn de Workprint, U.S. Theatrical Cut en de International Cut in verschillende bioscopen vertoond, waarna in 1986 The U.S. Broadcast versie werd uitgebracht. In 1992 werd deze gevolgd door The Director’s Cut en tot slot kwam in 2007 The Final Cut uit. Vooral de laatste twee versies zorgen voor een totaal ander beeld van het verhaal (Sammon, 1996). 



No Replies op "Replicants als het Sublieme: Verdwaald tot in het Ultieme"